Een Automatische Externe Defibrillator (AED) is een levensreddend apparaat dat in noodsituaties een belangrijk element kan spelen. Maar wanneer moet je een AED precies gebruiken? We leggen uit wat een AED is, in welke situaties je het apparaat moet inzetten en hoe je dat op de juiste manier doet.
Wat is een AED?
Een AED is een draagbaar toestel dat wordt gebruikt om het hartritme te herstellen bij iemand met een hartstilstand. Het apparaat analyseert automatisch het hartritme van een slachtoffer en dient, indien nodig, een elektrische schok toe. Deze schok kan een chaotisch hartritme, zoals bij ventrikelfibrilleren of een polsloze ventrikeltachycardie, “resetten”, zodat het hart weer normaal kan gaan kloppen. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, staat het hart bij een hartstilstand meestal niet volledig stil, maar trilt het snel en ongecoördineerd, waardoor het geen bloed meer rondpompt. Een AED is ontworpen om dit te corrigeren.
Wanneer gebruik je een AED?
Je gebruikt een AED in geval van een hartstilstand. Dit is een medische noodsituatie waarbij het hart plotseling stopt met effectief pompen, vaak als gevolg van een levensbedreigende hartritmestoornis. Het is belangrijk om een hartstilstand te onderscheiden van een hartaanval: bij een hartaanval is er een blokkade in de bloedtoevoer naar het hart, terwijl een hartstilstand een elektrische storing in het hart betreft. Een AED is alleen effectief bij een hartstilstand met een schokbaar ritme, zoals ventrikelfibrilleren of polsloze ventrikeltachycardie.
Herken de signalen van een hartstilstand
Een AED moet zo snel mogelijk worden ingezet wanneer je de volgende symptomen opmerkt:
Bewusteloosheid: Het slachtoffer reageert niet op aanspreken of schudden.
Geen normale ademhaling: Het slachtoffer ademt niet of maakt alleen onregelmatige, snurkende geluiden (agonale ademhaling).
Geen pols: Als je getraind bent om dit te controleren, voel je geen hartslag.
Als je deze signalen ziet, is onmiddellijke actie vereist. Elke minuut zonder reanimatie of defibrillatie verlaagt de overlevingskans met ongeveer 10%. Snel handelen kan het verschil maken tussen leven en dood.
Stappenplan: Hoe gebruik je een AED?
Het gebruik van een AED is eenvoudig, zelfs voor mensen zonder medische achtergrond, omdat het apparaat gesproken instructies geeft. Volg deze stappen:
Controleer de situatie: Zorg dat de omgeving veilig is en controleer of het slachtoffer bewusteloos is en niet normaal ademt.
Bel 112: Roep hulp in, zodat professionele hulpdiensten onderweg zijn. Als er omstanders zijn, vraag iemand anders om te bellen en een AED te halen.
Start reanimatie: Begin direct met borstcompressies (30 compressies gevolgd door 2 beademingen, indien je dit kunt). Dit houdt de bloedsomloop op gang.
Zet de AED aan: Zodra de AED arriveert, schakel je het apparaat in. Sommige AED’s starten automatisch als je ze opent.
Bevestig de elektroden: Plak de twee elektroden op de ontblote borstkas van het slachtoffer, zoals aangegeven op de stickers of door de AED-instructies (meestal één onder de rechterclavicula en één aan de linkerzijkant van de ribbenkast). Meer over elektroden AED!
Laat de AED analyseren: Stop met reanimeren zodra de AED het hartritme gaat analyseren. Zorg dat niemand het slachtoffer aanraakt tijdens deze analyse.
Dien een schok toe (indien nodig):
Bij een volautomatische AED geeft het apparaat zelf een schok als dat nodig is.
Bij een halfautomatische AED moet je op de schokknop drukken wanneer de AED dit aangeeft. Waarschuw omstanders met “Iedereen los!” om te zorgen dat niemand het slachtoffer aanraakt.
Hervat reanimatie: Na de schok (of als er geen schok nodig is), ga je direct verder met reanimatie totdat de AED opnieuw analyseert of de hulpdiensten arriveren.
Wanneer gebruik je een AED niet?
Een AED geeft alleen een schok als het een schokbaar ritme detecteert. In deze gevallen zal het apparaat geen schok adviseren:
Geen hartactiviteit (asystolie): Als het hart volledig stilstaat, helpt een schok niet. Reanimatie blijft dan zeer belangrijk.
Normaal hartritme: Als iemand bewusteloos is maar het hart normaal werkt, zal de AED geen schok toedienen.
Je hoeft dus niet bang te zijn dat je per ongeluk een schok geeft wanneer dat niet nodig is; de AED beslist dit zelf.
Waarom is een AED zo belangrijk?
Bij een hartstilstand zijn de eerste minuten cruciaal. Als een AED binnen 6 minuten wordt gebruikt in combinatie met reanimatie, kan de overlevingskans oplopen tot 50-70%, vergeleken met slechts 5-10% zonder defibrillatie. Omdat hulpdiensten niet altijd snel genoeg ter plaatse kunnen zijn, maken AED’s in openbare ruimtes, zoals stations, winkels en kantoren, een enorm verschil.
Conclusie
Een AED moet worden gebruikt bij een hartstilstand, zodra je merkt dat iemand bewusteloos is en niet normaal ademt. Het apparaat is een zeer belangrijk hulpmiddel om levens te redden door het hartritme te herstellen. Door snel te handelen, hulpdiensten te alarmeren en de AED te combineren met reanimatie, kun je de overlevingskans van een slachtoffer aanzienlijk vergroten. Of je nu een leek bent of een getrainde hulpverlener, een AED is ontworpen om jou te helpen in een noodsituatie, aarzel dus niet om het te gebruiken wanneer dat nodig is!
